Wat past er bij jouw bodyshape?

zaterdag 02 juli 2022 Cheyenne

Persoonlijke stijl is een persoonlijke keuze. Niemand hoeft je te vertellen wat je wel en niet kunt dragen. Maar soms kan een richtlijn wel handige handvatten geven wanneer je een keer inspiratieloos bent.

Stijladvies

Als je geluk hebt, sta je iedere dag op en volg je simpelweg je gevoel, als het aankomt op stijl. Maar iedereen heeft dagen waarop je minder inspiratie hebt dan je zou willen. Op dat soort momenten is het handig om naar je lichaamsvorm te kijken. Vergeet je maat, het gaat puur om de vorm van je lichaam. Wanneer je deze goed kent, kunnen bepaalde kledingstukken je helpen om je vormen op de juiste manier te accentueren en krijg je wellicht weer inspiratie voor je outfit. Volg nooit klakkeloos alle trends, maar kijk of ze ook bij je lichaam passen.

Rekensom

Oprah Winfrey kwam met een rekensom waarmee je je boyshape kunt uitrekenen. Hierbij word je niet vergeleken met fruitsoorten of beroemdheden, maar met wiskundige vormen. In dit artikel limiteren we ons tot 4 veelvoorkomende lichaamstypes, maar volgens de mastermind achter de rekensom zijn er tot wel 48 (!) verschillende soorten bodyshape. Nogmaals, het gaat hier niet om je kledingmaat, maar om hoe je gewicht verdeeld is over je lichaam. Aan de slag dus met een meetlint!

Meten is weten

In deze rekensom meet je de omvang van je schouders, borstkas, taille en heupen. Voor de nauwkeurigste cijfers zorg je ervoor dat iemand je helpt. 

  • Voor je schouders wikkel je een meetlint ter hoogte van het puntje van je schouder rondom beide schouders. Het meetlint moet zo hoog zitten dat het bijna van je schouders afglijdt.

  • Je borstkas meet je rondom het breedste gedeelte van je borsten. Trek het meetlint niet te strak, je borsten zouden niet geplet moeten worden.

  • Om je taille te meten, trek je het meetlint rondom het dunste gedeelte van je taille, bij de meesten is dat net boven de navel.

  • Voor je heupen begin je onder het heupbot en wikkel je het meetlint rondom het breedste gedeelte van je billen en heupen.

Wanneer je alle getallen te pakken hebt, kun je je lichaamsvorm 'berekenen'. Het kan zijn dat je een lichaamstype hebt dat onder meerdere categorieën valt. Wanneer dit het geval is, kun je natuurlijk zelf bepalen in welke kledingstukken je je het beste voelt. En nogmaals, deze vormen zijn richtlijnen, geen regels.

Omgekeerde driehoek

Je bent een omgekeerde driehoek wanneer je schouderomvang en/of borstkas meer dan 5% groter is dan je heupomvang. Dus je schouders en/of borstkas zijn breder dan je heupen. Wat goed past bij het figuur van de omgekeerde driehoek is een blazer. Deze benadrukt de taille en zorgt er tegelijkertijd voor dat je heupen iets breder lijken. 

Rechthoek

Je hebt een rechthoekig figuur wanneer je taille niet meer dan 25% smaller is dan je heupen of borstkas. Ook je schouders en heupen verschillen in omvang tussen de 0% en 5% van elkaar. De breedste van deze drie metingen noem je T - vaak zijn dit je schouders. De andere twee metingen noemen we Y en Z. Vermenigvuldig de T met 0,95. Wanneer Y en Z groter zijn dan (T x 0,95), vallen je schouders, borstkas en heupen binnen 5% van elkaar. Een midirok past altijd goed bij een rechthoek. Je creëert hiermee extra volume rondom de heupen en het balanceert je gehele outfit. 

Zomerrok in midilengte van linnenmix

Verwijderen uit collectie?

Lascana

Zomerrok in midilengte van linnenmix

€ 49,99

Bezoek OTTO
Zomerrok in midilengte van linnenmix

Verwijderen uit collectie?

Lascana

Zomerrok in midilengte van linnenmix

€ 49,99

Bezoek OTTO

Driehoek

Je bent een driehoek wanneer je heupen 5% breder zijn dan je schouders of je borstkas. Dit kun je uitrekenen door je heupomvang te delen door de omvang van je schouders of borstkas. Je bent bijvoorbeeld een driehoek wanneer je schouders een omvang hebben van 92 cm en je heupen zijn 94 cm of groter. Een maxi-jurk die wat strakker zit rondom het bovenlijf en wijder uitloopt richting je voeten, benadrukt dit silhouette. 

Zandloper

Je bent een zandloper wanneer je taille minstens 25% kleiner is in omvang vergeleken met je schouders en heupen. Ook wijken je schouder- en heupomvang niet meer dan 5% van elkaar af. Met andere woorden: je schouders en heupen zijn ongeveer dezelfde grootte en je taille is sterk gedefinieerd. Deel je tailleomvang door je heupomvang om erachter te komen hoeveel procent smaller je taille is dan je heupen. Tot slot kijk je naar zowel je schouder- als heupomvang. De grootste van de 2 noem je T en de kleinste Y. Vermenigvuldig T met 0,95, wanneer Y groter is dan het resultaat van (T x 0,95) weet je dat je heupen en schouders binnen de 5% van elkaar zitten. Getailleerde kledingstukken staan hoe dan ook goed bij een zandloperfiguur. 


Beeld: Getty

Lees ook