De overgang naar het druilerige weer en de dalende temperaturen vragen om warmere kleding. Het klimaat kan in het tussenseizoen nogal wispelturig zijn, dus wat is een betere uitkomst dan laagjes? We laten je zien hoe je stijlvol kunt layeren.
Goed gelaagd
s’ Ochtends kijk je naar buiten en kun je, denk je, de conclusie trekken dat je een trui aan moet. Om vervolgens oververhit op je werk aan te komen omdat het toch te warm was op de fiets. Dat is het tussenseizoen. Dit probleem kun je voorkomen door te werken met laagjes, zodat je altijd iets uit of aan kunt trekken wanneer dat nodig is. Op deze manier doe je dat stijlvol.
Over(hemd)
Wanneer het echt fris is, kan slechts een overhemd wat schaars zijn. De gemakkelijkste toevoeging is dan een truitje. Kies niet voor een zware, wollen trui, want dat kan wel erg warm zijn. Een wat dunner gehaakt model is vaak al voldoende voor herfsttemperaturen. Gooi er een trenchcoat overheen of een andere dunne mantel en je hoeft je geen zorgen te maken om kou te vatten of in zweet uit te breken.
Blazer
Het is misschien wel het meest ideale item om een outfit mee samen te stellen: de blazer. Buiten de deur is deze als jas te dragen en als het binnenshuis fris is, kun je ‘m gewoon aan houden. Daarnaast staat een colbert gewoonweg bij elke outfit geweldig.
Modieus het vliegtuig in
Veel laagjes over elkaar aantrekken zodat je nóg meer mee kunt nemen in je handbagage. Deze techniek is niet alleen handig wanneer je gaat vliegen, je kunt deze ook toepassen wanneer je een outfit met verschillende lagen wilt. Stijlvol én functioneel.
Beeld: Getty
